Sus Antigoon?

Op 22 oktober 2010

In de editie van “De Beiaard” van vrijdag 15 oktober richt lokaal sp.a-voorzitter Eric Martens een scherp betoog tegen de acties van Vlaamsgezinde partijen om de verfransing in de stad een halt toe te roepen. Daarbij richt hij zijn furie vooral tegen onze lokale N-VA-afdeling, zij het vrij omwonden. Op zich heb ik er geen problemen mee dat er enige kritiek of tegengas wordt gegeven ten aanzien van onze acties of persberichten, het toont immers aan dat er wel degelijk een politiek debat mogelijk is in de stad, maar het is wel allesbehalve prettig om een weinig waarheidsgetrouw, consistent en intellectueel eerlijk verhaal te lezen. Bij deze een kleine reconstructie, kadering en duiding van het betoog.

In eerste instantie haalt de heer Martens uit naar een brief die een “N-VA-mandataris” enige tijd terug zou hebben verstuurd naar lokale handelaars met de uitdrukkelijke vraag uitsluitend en exclusief(ook naar toeristen toe dus) het Nederlands als voertaal te hanteren in hun zaak. Dat klopt inderdaad maar het zal de auteur van dit artikel en menig volger van de Geraardsbergse politiek niet ontgaan zijn dat de mandataris in kwestie intussen geen lid meer is van N-VA.  Eén van de redenen daarvoor was het veelvuldig spelen van “cavalier seul” en het niet vertolken van opinies van een voltallig partijbestuur, de goede verstaander heeft hier maar een half woord nodig. Uiteindelijk werd de man in kwestie dan ook rechtlijnig, consequent en op uiterst democratische wijze uit de partij gezet.  Ik vermoed bij deze dat de in zijn pen gekropen linkse voorman deze verhaallijn maar al te goed kent maar het vraagt uiteraard een dosis integriteit en intellectuele eerlijkheid om het volledige plaatje te willen schetsen. Ik betreur dan ook ten stelligste de eenzijdige belichting van deze zaak.

In tweede instantie haalt de heer Martens stevig uit naar de wijze waarop N-VA op een bekrompen manier zou omgaan met taaldiversiteit in de stad en vraagt zich daarbij af of we alle woorden met een Franstalige etymologische invalshoek uit ons Geraardsbergs of “Belgisch-Nederlands”(zoals taalkundigen zo mooi opperen) taalregister moeten weren. Uiteraard niet en ironisch genoeg geeft hij daarbij zelf al aan waarom niet. Er heerst immers een discrepantie tussen geschreven en gesproken taal. In gesproken taal is het logisch dat een deel van de taalkundige rijkdom gespeend en doorspekt is met woorden, begrippen of uitdrukkingen uit een andere taal. Dit al zeker wanneer je in een stad leeft die op een steenworp van de taalgrens  gelegen is en er dus logischerwijs mathematisch meer kans is op inherentie van anderstalige woordenschat. Wanneer we echter geschreven taal gaan benaderen, en ja gebodsborden integraal opgesteld in een andere taal horen daarbij, gaat deze vlieger niet meer op en is er enkel nog sprake van leenwoorden, vreemde woorden of bastaardwoorden die volledig zijn opgegaan en geïntegreerd in onze Nederlandse taal. De heer Martens zal hier, mogelijk tot zijn ontsteltenis, vaststellen dat we toch min of meer op dezelfde lijn zitten en dat zijn verhaal bij introspectie dan ook een inconsistent geurtje bevat. Waarom houdt hij immers niet consequent vast aan zijn eigen uitgetekende principe en neemt hij geen afstand van in het straatbeeld opduikende anderstalige borden en boodschappen? Of gaat hij stellen dat “ici j’attends mon maître” vanaf heden een essentieel deel is van onze Nederlandse taal of ons Geraardsbergs dialect?

Tot slot, en hier nemen wij ernstig aanstoot aan, beschuldigt de sp.a-voorzitter onze lokale afdeling van diefstal. Niet rechtstreeks weliswaar maar de goede verstaander begrijpt dat N-VA een Franstalig gebodsbord(zie ook vorige alinea) zou hebben gestolen aan een lokale supermarkt. Ik weet niet welke bron dit verhaaltje bij Eric Martens heeft ingefluisterd en op welke grond hij deze incorrecte en ronduit leugenachtige boodschap de wereld heeft ingestuurd maar laat het duidelijk zijn: N-VA heeft helemaal niks gestolen. Sterker zelfs, wij zijn er in geslaagd een compromis(nochtans zouden wij hier de grootste problemen mee hebben) uit te werken met de eigenaar van het bord in kwestie waarna deze zonder problemen het bord dan ook heeft verwijderd.

Alle gekheid op een stokje zou ik de heer Martens dan ook beleefd en formeel willen vragen in het vervolg zijn wapengeschut te controleren alvorens het vuur te openen en een beschadigingsoperatie aan te vatten, voor het overige staan wij geheel open voor constructieve en gefundeerde bijdragen van zijn hand. Lang leve immers het politieke en intellectuele debat!

Glenn  Bogaert

Secretaris N-VA Geraardsbergen

Verschenen in "De Beiaard" van vrijdag 22 oktober 2010

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is