U bent hier
N-VA niet akkoord met hoge huurprijs doorgangswoningen
OCMW-raadslid Glenn Bogaert is niet akkoord met de hoge huurprijs die de gemeentelijke administratie voorstelt voor het ter beschikking stellen van woningen die dienst kunnen doen als doorgangswoningen. De stad stelt een maandelijkse huurprijs van 400 euro voor en dit per woning. Als het OCMW 3 doorgangswoningen wil voorzien, betekent dit een huurprijs van 1200 euro. “De stad heeft het OCMW beperkte, financiële middelen ter beschikking gesteld en pakt nu ook nog eens uit met exuberante huurprijzen, dit is een brug te ver”, meent Glenn Bogaert (N-VA). Ook het OCMW is niet tevreden met de voorgestelde huurprijs voor de woningen en gaat door met de onderhandelingen.
Het OCMW van Geraardsbergen kan via de projectoproep “Verhoging van het aantal doorgangswoningen” federale subsidies ontvangen voor de realisatie van één of meer doorgangswoningen in de stad. Een doorgangswoning doet dienst als tijdelijke opvang voor mensen die door een brand, een ontploffing, een uithuiszetting of onbewoonbaarheidsverklaring geen onderkomen hebben. Om in aanmerking te komen voor de subsidie sluit het OCMW een huurovereenkomst af met de gemeentelijke administratie. De stad Geraardsbergen stelt vervolgens één of meerdere woningen ter beschikking. “De gemeentelijke administratie vraagt per woning een huurprijs van 400 euro. Indien het OCMW 3 doorgangswoningen wil realiseren spreken we over een maandelijks bedrag van 1200 euro”, zegt N-VA-raadslid Glenn Bogaert. “N-VA kan niet akkoord gaan met dit buitensporig bedrag. het OCMW is evenmin gelukkig met dit voorstel en zal verder onderhandelen over de prijs, op dit moment is er dus nog geen akkoord. De projectoproep wordt binnenkort echter al afgesloten en om aan de ontvankelijkheidscriteria te kunnen voldoen besliste de oppositie van N-VA en sp.a om akkoord te gaan met het voorgestelde principe. “
Bogaert heeft weinig begrip voor het overgemaakte voorstel inzake de huurprijs: “Het OCMW moet het voorlopig stellen met een beperkt budget en moet dus efficiënt en zuinig omspringen met de middelen. Dat de stad het OCMW een relatief beperkte toelage heeft bezorgd, kunnen we vanuit besparingsoptiek begrijpen. Als men vervolgens echter uitpakt met dergelijke huurprijzen is het wel duidelijk dat het OCMW voor de meerderheid geen prioriteit is. Wat is het volgende?” N-VA is wel tevreden over het feit dat het OCMW ten volle inzet op (project)subsidies van hogerhand. “Het is wenselijk en noodzakelijk dat het OCMW deze middelen aangrijpt om haar beleidsprioriteiten te ondersteunen en uit te bouwen. We staan voor grote uitdagingen en dus zijn alle middelen welkom. Als ze niet van de stad komen dan moeten ze maar van het Vlaams of federaal niveau komen.”