U bent hier
Muur pastorietuin Overboelare afgebroken zonder vergunning
De aanleg van een parking naast de oude pastorij van Overboelare zit al enige tijd in het slop. Volgens schepen van openbare werken Patrick Flamez weigert het agentschap Onroerend Erfgoed zijn goedkeuring te geven voor de aanleg van een parkingruimte in de Kloosterstraat. Dit omdat de reeds afgebroken scheidingsmuur en de achterliggende tuin onlosmakelijk verbonden zijn met het pastorieconcept. Glenn Bogaert van N-VA Geraardsbergen spitte de zaak uit en komt tot de vaststelling dat de muur in kwestie zonder sloopvergunning werd afgebroken.
In het dorpscentrum van Overboelare is er al geruime tijd vraag naar extra parkeermogelijkheid. Schepen van Openbare Werken Patrick Flamez had aan de omwonenden beloofd dat die er zou komen op het terrein van de pastorijtuin in de Kloosterstraat. Het agentschap Onroerend Erfgoed weigert volgens Flamez echter al geruime tijd een uitvoeringsmandaat af te leveren voor de aanleg van de parkingruimte omdat de tuin en de scheidingsmuur onlosmakelijk verbonden zijn met het pastorieconcept. Glenn Bogaert van N-VA Geraardsbergen volgt het dossier al enige tijd op en informeerde de voorbije maanden al meermaals naar een stand van zaken bij de bevoegde schepen . “Aangezien ik het gevoel had dat deze zaak vastgeroest zat en dat ik aan het lijntje werd gehouden, besloot ik mij stevig in het dossier vast te bijten.”
Bogaert spitte het dossier samen met N-VA-collega Filip D’Hose uit. Na enig speurwerk kwamen zij tot de vaststelling dat de afbraak van de scheidingsmuur van de pastorietuin gebeurde zonder sloopvergunning. “Op 27 mei 2010 werd bij het agentschap Onroerend Erfgoed een aanvraag ingediend om een muur in bakstenen metselwerk af te breken ten gunste van de aanleg van een openbare parking voor een 14-tal voertuigen. Op 11 juni bracht het agentschap Onroerend Erfgoed een negatief advies uit vanwege de intrinsieke erfgoedwaarden die zouden verdwijnen indien het zou komen tot de aanleg van een parking. Eind juni leverde de gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar uiteindelijk een weigering af voor de aanvraag.” Maar ondertussen ligt de scheidingsmuur al tegen de vlakte en werd de tuin herschapen in een bouwwerf.
Bogaert vraagt zich af hoe het nu verder moet: “Het staat buiten kijf dat extra parkeermogelijkheden in de dorpskern van Overboelare noodzakelijk zijn. De vraag is alleen of dit in de pastorietuin nog mogelijk is gezien de ontwikkelingen. Het lijkt ons duidelijk dat het niet verstandig was om de muur tegen de vlakte te gooien zonder toegekende sloopvergunning. We kunnen hier zelfs spreken van een illegale praktijk vanwege het stadsbestuur, en we vrezen eigenlijk dat de stad verplicht zal worden om op kosten van de gemeenschap muur en tuin in zijn oorspronkelijke toestand te herstellen.” Bogaert hoopt dat er alsnog een oplossing uit de bus komt voor de parkeerproblematiek in de buurt: “Hoe het nu concreet verder moet met de pastorietuin is hoogst onduidelijk maar de stad zit wel overduidelijk met een probleem.”