101 examenvragen voor de meerderheid: Het nieuwe stadsbestuur heeft tweede zit

Op 25 juni 2013

Gezamenlijk persbericht N-VA en sp.a

Het beloftevolle nieuwe bestuur van de stad Geraardsbergen zakt na zes maanden beleidsmatig door het ijs. Na een half jaar heeft de meerderheid van Open VLD en CD&V nog geen flauw benul waar het met onze stad naartoe moet. Oppositiepartijen N-VA en sp.a luiden gezamenlijk de alarmbel.

Het moet gezegd: we hadden dit niet verwacht. Op het eerste zicht lijkt de nieuwe bestuursploeg te bestaan uit heel wat (weliswaar onervaren maar desalniettemin) bekwame mensen. Bovendien wist heel Geraardsbergen al anderhalf jaar (en misschien wel langer) dat Open VLD en CD&V een voorakkoord hadden gesloten. Men zou toch verwachten dat men in die tijdsspanne niet enkel de postjes verdeelt, maar ook beleidsmatig een bepaalde visie op Geraardsbergen ontwikkelt.

Het heeft er echter alle schijn van dat men na zes maand in de nieuwe legislatuur (10% van de termijn van zes jaar is al verstreken!) nog steeds geen strategie heeft bepaald om onze stad beter te maken. Er is nochtans wel wat werk aan de winkel: de armoede in Geraardsbergen neemt toe, er is een onmiskenbare instroom van illegalen, in het stadscentrum wordt steeds minder Nederlands gesproken, het huizenpatrimonium van de stad is verouderd, de economische crisis beperkt de financiële middelen van de stad, Geraardsbergen vergrijst, etc.

De intellectuele eerlijkheid gebiedt ons toe te geven dat dit allemaal zaken zijn die niet de schuld zijn van het stadsbestuur. Maar dat wil niet zeggen dat het bestuur niet op zijn minst moet proberen om ze aan te pakken! En als men deze problemen wil aanpakken, moet men eerst bepalen wat men gaat doen en hoe men dit gaat doen.

Het klopt ten andere ook dat meerjarenplannen in het verleden ook pas tijdens de lopende legislatuur werden afgewerkt. Wij weten echter pertinent zeker dat de administratie van de stad voldoende voorbereidend werk heeft verricht zodat het nieuwe bestuur snel een aantal politieke keuzes kon maken. Het is een kwestie van het lef te hebben om keuzes te maken. Het ontbreekt deze meerderheid duidelijk aan 'ballen'.

We zijn trouwens eerder per toeval tot de vaststelling gekomen dat het bestuur nog nergens staat met de bepaling van een beleidsmatige strategie. De gemeenteraadsleden werden anderhalve week geleden uitgenodigd op een inspraakvergadering voor het meerjarenplan. Toen we tijdens de raadszitting verzochten dat we eerst zicht zouden krijgen op het ontwerpmeerjarenplan om niet 'in het wilde weg' voorstellen te moeten doen, kregen we nul op het rekest. Navraag bij mensen uit de administratie deed ons beseffen waarom men dit weigerde: er is nog geen ontwerp van een meerjarenplan die naam waardig.

De afgelopen zes maanden kregen we wel al een goed zicht op hoe deze meerderheid met de minderheid, de oppositie, omgaat: interpellaties worden met de regelmaat van de klok geweigerd, sommige schepenen doen niet eens de moeite om tijdens de raadszitting te antwoorden en laten dat over aan de voorzitter van de gemeenteraad, de burgemeester verlaat vroegtijdig de raadszitting omdat hij een andere vergadering heeft gepland,... En dan hebben we het nog niet over de soms hufterige manier waarop raadsleden worden behandeld tijdens de debatten.

Omdat bovenstaande zaken nu eenmaal schijnen te horen bij het politieke spel, hebben we onze ontevredenheid daarover nooit geventileerd. Nu zijn we echter op een punt gekomen dat wij ons, als oppositiepartijen waar 40% (!) van de Geraardsbergenaars voor kozen in oktober 2012, verplicht voelen om aan de bevolking duidelijk te maken dat het nieuwe bestuur absoluut gebuisd is 'in eerste zit'.

We geven echter de hoop niet op. N-VA en sp.a hebben 101 vragen opgesteld en we hebben die aan het bestuur voorgelegd. Als men ons na het zomerreces een deugdelijk antwoord kan bieden op elk van deze 101 vragen, dan kan het bestuur alsnog 'in tweede zit' slagen.

Het spreekt voor zich dat Open VLD en CD&V deze vragen niet moeten beantwoorden omdat wij hen dat vroegen, maar in het belang van de 32.000 Geraardsbergenaars die recht hebben op een deugdelijk bestuur dat openlijk communiceert over het beleid.

 

 

 

 

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is